Tijdens deze verdiepingssessie werd in gegaan op de vraag of de toename van biogrondstoffen de biodiversiteit in gevaar brengt. Het gaat hierbij om de grondstoffen die geteeld worden voor het industrieel gebruik binnen onder andere de houtbouw en bioplastics. Het gesprek ging over de kansen, uitdagingen en kanttekeningen van de biobased economy. 

Tafelgasten: Henk Wanningen, Sr. medewerkers Business Development bij Staatsbosbeheer, Patrick Schreven, Directeur bij ECO+BOUW, Petra Souwerbren, Directeur bij Natuur en milieu Gelderland en Wolter Elbersen, DLO Onderzoeker bij Wageningen Food &  Biobased Research. De gespreksleidster: Franske van Duuren, Programmamanager Circulaire Economie bij Kiemt.

In de biobased economy worden fossiele grondstoffen vervangen door biogrondstoffen met als doel verduurzaming, economische kansen voor natuur, bos- en landbouw, circulaire producten, energie- en grondstofzekerheid. Deze stoffen worden ingezet voor de productie van materialen, chemicaliën, bouw en infra, transportbrandstoffen en energie.

De biobased economy staat nog aan het begin van haar ontwikkeling, maar de markt begint zich er langzamerhand wel steeds meer op in te spelen. Een toenemend gebruik van biogrondstoffen zorgt voor een toenemende vraag. Dit kan op den duur problemen opleveren zoals verlies van biodiversiteit, uitputting van de bodem, toenemende concurrentie van grond en niet kunnen voldoen aan de vraag.

De centrale vraag van deze sessie was: Wat voor impact heeft de productie van biomassa op de biodiversiteit?